Verspreiding en Habitat:
De rugstreeppad is in Nederland in de duinen en in het rivierengebied plaatselijk algemeen. Verder komt
de rugstreeppad voor op heidegebieden en zandgronden. In Europa komt de rugstreeppad vooral in west en
centraal Europa voor. De rugstreeppad heeft een voorkeur voor open gevarieerd habitat waarbij de grond
geschikt is om in te graven (met name zand).
Een rugstreeppad in het water
De rugstreeppad is een pioniersoort, dat wil zeggen dat hij
vaak als één van de eerste soorten ter plaatse is in nieuw te vormen natuurgebieden (ook vaak op bouwplaatsen).
Voor de voorplanting gebruikt de rugstreep pad (tijdelijke) wateren met zo min mogelijk begroeiing.
Een rugstreeppad aan de waterrand.
Beschrijving:
De rugstreeppad is een middelgrote pad die normaal gesproken 7 tot 8 cm groot wordt. Het is een robuust
gebouwde pad met korte ledenmaten en duidelijk aanwezige klieren achter de ogen die parallel aan elkaar lopen.
De rugstreeppad is bruin, grijs of groen gekleurd met donkere (rode en groene) vlekken.
|
Kwakend mannetje rugstreeppad.
De rugstreeppad heeft
een duidelijke gele streep op zijn rug waaraan hij zijn naam te danken heeft. Rugstreeppadden zijn vooral
's nachts actief. De rugstreeppad voedt zich met insecten, spinnen en andere ongewervelde dieren. De
rugstreeppad kan in het wild wel 17 jaar oud worden.
Een paartje rugstreeppadden (amplex)
Levenscyclus:
De rugstreeppad begint pas laat, rond half april, aan de trek naar zijn voortplantingswater. Rugstreeppadden
zijn slechte zwemmers, daarom zetten ze hun eieren al zittend op de bodem af in zeer ondiep water. Het
vrouwtje van de rugstreeppad zet 1500 tot 7500 eieren in snoeren af. De eieren komen binnen een week uit,
de ontwikkeling verloopt snel en de jonge rugstreeppadjes verlaten het water begin juni al.
De jonge rugstreeppadden
zijn na drie jaar geslachtsrijp. Rugstreeppadden. De rugstreeppad overwintert onder de grond waarbij volwassen
dieren zich kunnen ingraven tot wel 120 centimeter diep.
|